Betonrot in het huis van de democratie

Vlag van VlaanderenIn België met in het bijzonder Vlaanderen weten ze echt een eetsoep te bakken in de kamers waar een democratisch bestel zou moeten heersen.

De vorige weken dacht ik echt dat wij naar de kinderkribbe aan het kijken waren als ik Villa Politica en de nieuwsuitzendingen bekeek op de Vlaamse TV zenders. Continu werd er ons een kibbelende bende voorgeschoteld. Men zou gedacht hebben dat men ook in een praatcafé kon beland zijn waar de tooghangers wel wat te veel op hadden, maar toch nog alle zin hadden om in discussie te gaan met elkaar.

Al gedroegen ze zich als kleine kinderen mocht men naar hun gedrag, op het idee komen dat wij al in een verkiezingsperiode waren beland. Elk zinnig mens dacht wel dat de regering zou vallen. Maar dat is buiten de waard gerekend. In België lijkt al het onmogelijke mogelijk te zijn en slagen politici ons nog met verstomming te slaan.

Jan-Frederik Abbeloos geeft in de Standaard een mooie analyse van de huidige penibele toestand. Hij schrijft:

Het is het huis van de democratie, maar toch dreigt er betonrot. Een analyse van bijna dertig jaar Vlaams Parlement toont hoe de ­instelling sinds 1995 minder weegt op de besluitvorming en meer ­focust op het debatje van de dag. {Er dreigt betonrot in het huis van de democratie: ‘Het Vlaams Parlement wordt meer en meer een praatbarak’}

Meestal verwijten ze denkers uit het linkse front om zulke analyse te trekken. Wij zouden zelfs kunnen zeggen dat het soms verwonderlijk is dat er nog aan besluitvorming wordt gedaan. In ieder geval hebben zij heel wat uren tijdens de dag, maar ook tijdens vele nachten nodig. Ik vraag mij zelfs af of het nu en dan niet beter zou zijn dat zij niet beter op tijd in hun bed zouden kruipen om de volgende ochtend weer fris en monter tegen de problemen aan te kijken.

De klacht komt niet van de oppositie, maar uit de meerderheid zelf. Het is de liberale Open VLD-fractie die in een conceptnota aan de alarmbel trekt. De Standaard kon het werkstuk inkijken. {Er dreigt betonrot in het huis van de democratie: ‘Het Vlaams Parlement wordt meer en meer een praatbarak’}

Normaal gesproken heeft men in democratieën een uitwisseling van ideeën komende uit meerdere denkrichtingen. Vreemd genoeg beweert België een democratisch land te zijn, terwijl ze al enkele jaren toch twee politieke partijen volledig wenst te negeren en zelfs aangeeft er niet mee te willen regeren. In principe zou het parlement als het hoogst verkozen beraadslagende orgaan van een democratische rechtsstaat, de wetgevende macht moeten vertegenwoordigen. Men spreekt ook zo graag van een Eerste en Tweede Kamer (of de Staten-Generaal), dat de kennis en kunde heeft om het beslissingsrecht over het te voeren beleid mogelijk kan beheersen. Hierbij zou men dan denken dat die regeringsleiders zich zouden kunnen beheersen en zinnige praat zouden kunnen voorleggen, maar daar is soms weinig van te merken. Veel herhalen en rond de pot draaien kunnen zij wel handig, zonder enig antwoord te geven op de door de verslaggever gestelde vraag, terwijl die laatste die politieker daar niet durft op te wijzen dat deze de vraag niet beantwoord. Wij als kijkers kunnen er als nietszeggende toeschouwers voor pap bij staan en er het onze van denken. Veel rekening met de kiezer lijken ze toch ook niet te willen houden. Dat hebben wij al meerdere verkiezingen kunnen waarnemen.

Het te voeren beleid ligt uiteindelijk bij het parlement en dus zouden die ministers aldaar de volle verantwoordelijkheid moeten nemen. Maar iedereen lijkt de laatste jaren telkenmale de verantwoordelijkheid van zich af te willen schuiven. Zoals de kleutertjes met het vingertje naar een ander wijzen, doen die zogenaamd volwassen politici dat ook. Met al die kinderkribbe of kinderopvang centra affaires van het afgelopen jaar, lijkt het wel of zij daar hun lessen hebben geleerd van wat daar lijkt te kunnen “moeten wij ook kunnen”.

“Wat een ander kan doen wij beter”

roepen zij al jaren, maar nu lijkt het wel een sport te zijn om die kerntaken die zij op zich zouden moeten nemen, steeds meer uit handen te geven.

Sinds 1995 daalt het aantal ingediende voorstellen van decreet (ingediend door volksvertegenwoordigers), terwijl het aantal ontwerpen van decreet (ingediend vanuit de regering) stijgt, ook kan men een veelvoud van opgerichte commissies aantreffen, waarbij er zelfs onderzoekscommissie samengesteld worden om voorgaande commissies hun werk na te gaan. Hiertoe wordt er in ieder geval voor de politici en bevrienden werk en inkomen verschaft, terwijl de brave burger nog altijd bereid lijkt dit allemaal te betalen. In de 19de eeuw mag dan het recht op een parlementair onderzoek wel geregeld zijn, maar het was toch niet voorzien om dit als een ping pong spelletje te gebruiken.

In plaats van een groot deel van hun tijd in het parlement te gaan discussiëren over onderzoekscommissies zouden ze zich beter bezig houden met regeren en voorstellen in te dienen en tot wetten uit te vaardigen.

Als wij gewoon eens naar het recente verleden gaan kijken zien wij dat tijdens de laatste volledige ­regeerperiode (2014-2019) het parlement nog een kleine tweehonderd voorstellen afleverde, waarbij de regering daar ruim vierhonderd ontwerpen tegenover stelde.

Het mag wel gezegd worden dat in dit kleine landje de voorstellen of ontwerpen door de regering bijna altijd worden goedgekeurd, terwijl minder dan de helft van de parlementaire voorstellen effectief tot een decreet leiden.

Daardoor is het eindresultaat nog ongelijker. {Er dreigt betonrot in het huis van de democratie: ‘Het Vlaams Parlement wordt meer en meer een praatbarak’}

vindt Abbeloos. Hij geeft aan dat zo’n kwart van alle Vlaamse wetgeving sinds 1995 uit het parlement komt terwijl driekwart werd ingediend door de Vlaamse regering. Hij schrijft:

In de periode 2014-2019 lag die verhouding zelfs op 20-80. De cijfers reflecteren de beruchte kadaverdiscipline in het Vlaams Parlement, waarbij zelfs parlementsleden van de meerderheid – N-VA, CD&V, Open VLD – geen voorstellen van decreet of resolutie ­indienen zonder voorafgaand ­akkoord in diezelfde meerderheid. De oppositie staat, op de occasionele resolutie na, buitenspel. {Er dreigt betonrot in het huis van de democratie: ‘Het Vlaams Parlement wordt meer en meer een praatbarak’}

In het buitenspel zetten van de oppositie zijn ze in België zeer handig en Frankrijk heeft recent dat voorbeeld gevolgd met gewoon de bevolking voor schut te zetten met artikel 49 tres in te roepen en de pensioenleeftijd als verhoogd te beschouwen. Als er zaken zijn die kunnen beschouwd worden als dingen waar er niet over gestemd moet worden zijn er de liberalen van Open VLD en MR als de kippen bij. Ook al mag Open VLD al langer vraagtekens bij dat ‘zwijgakkoord’ plaatsten, dat door CD&V en de N-VA altijd is gerelativeerd tot een werkafspraak die vermijdt dat er ‘losse flodders’ gelost zouden worden in het parlement.

Het is tekenend dat Open VLD voor deze kritische oefening een beroep moet doen op een conceptnota, het meest vrijblijvende parlementaire document – er moet niet over gestemd worden. Het is haast het enige dat het zwijg­akkoord tolereert als ‘ventiel’ voor een initiatief dat niet door alle coalitiepartners gedragen is. {Er dreigt betonrot in het huis van de democratie: ‘Het Vlaams Parlement wordt meer en meer een praatbarak’}

De liberale fractieleider Willem-Frederik Schiltz meent:

‘De regering domineert het parlement zodanig dat volksvertegenwoordigers eigenlijk het volk niet meer kunnen vertegenwoordigen. Daardoor herkennen burgers zich niet meer in hun politici.’

Voor die burger is de kloof tussen burger en politiekers al zo groot geworden dat het ravijn nog onmogelijk opgevuld kan worden, maar dat er ook geen bruggen over gelegd kunnen worden. Zoals de gletsjers van de Jungfrau al zeer ver weg getrokken zijn hebben de ijsberen hier ook maar zeer weinig ijsschotsen om zich te rusten te leggen. De meeste verdrinken dan ook. Weinig van de huidige politici staan nog met hun voeten op de grond. Als kinderen van voormalige politici, zijn zij nu het “geslacht de pauw” of de nieuwe koningen en prinsen, en hebben de burgers er het nakijken naar hoe die BVs hun populariteit in shows als de Masked Singer e.a. willen verhogen.

Door de beperkte wetgevende ruimte leggen parlementsleden zich vooral toe op het ondervragen van de regering, via mondelinge en vooral schriftelijke vragen. Werden er van 1995 tot 1999 1.019 mondelingen vragen gesteld, dan was dat in de vorige regeerperiode (2014-2019) gestegen tot 8.232. De huidige, nog lopende legislatuur heeft nu al een record gevestigd met 8.702 vragen om uitleg. Ook dat aantal verbleekt bij de bijna 30.000 schriftelijke vragen die ­tijdens de vorige legislatuur werden gesteld. Ook dat record zal ­verbroken worden. {Er dreigt betonrot in het huis van de democratie: ‘Het Vlaams Parlement wordt meer en meer een praatbarak’}

Er valt dus duidelijk veel te bevragen. Hieruit zou men verkeerd kunnen afleiden dat die politici hun werk zeer ernstig nemen.

Het lijkt te wijzen op een parlement dat zijn controlefunctie ernstig neemt. Maar kwantiteit staat niet synoniem voor kwaliteit, oordeelt Schiltz. Dat er recent twee ­onderzoekcommissies opgericht werden – PFAS en kinderopvang – bewijst voor de liberalen dat er ­ondanks al die vragen nog blinde vlekken waren. Ook de commissies zelf leverden trouwens geen onuitwisbare indruk. {Er dreigt betonrot in het huis van de democratie: ‘Het Vlaams Parlement wordt meer en meer een praatbarak’}

Bij de meerwaarde van de lawine aan schriftelijke vragen worden bovendien al langer vragen gesteld. De mondelinge debatten, zeker tijdens de plenaire zitting op woensdag, ontaarden dan weer te makkelijk in gesteggel. Het reglement smoort een scherp debat door iedereen toe te laten om tussen te komen wanneer een parlementslid een minister ondervraagt. Niet zelden ontstaat een wirwar aan tussenkomsten waarbij de betrokken minister rustig achterover kan leunen. Schiltz en zijn fractiegenoten vragen daarom dat het onmogelijk wordt om een ondervraging te onderbreken, ­zoals in het federale parlement. {Er dreigt betonrot in het huis van de democratie: ‘Het Vlaams Parlement wordt meer en meer een praatbarak’}

Denkelijk voelen de politici zich erg lekker in die praatbarak waar zij met steekvuur en kanonballen mogen schieten. Maar is er geen reden tot vreugde vuurwerk. Wij kunnen wel vaststellen dat de steekvlampolitiek weinig positiefs uithaalt. Verder merken wij dat de Belgische politiek in har eigen bedje ziek is. Maar de hoeders er van zien het nut er niet van in om er een dokter bij te halen.

Het 163 meter lange viaduct van Vilvoorde met als officiële naam: “Viaduct Zeekanaal Brussel-Schelde”, maakt deel uit van de Brusselse Ring R0, en werd gebouwd van 1974 tot 1978 met de gedachte dat zij 100 jaar zou kunnen weerstaan in weer en wind. Maar door het drukkere verkeer is dat verlaagd tot een verwachte levensduur van 70 jaar (dus tot in de jaren 2040) maar nu blijkt dat er hoogdringend herstellingswerken aan moeten gebeuren, die zelfs 8 jaar in beslag zouden nemen.

De brug in Vilvoorde toen ze gebouwd werd, moest het 100 jaar kunnen uithouden. Veertig jaar verder geven de politici toe dat zij nu de uiterst noodzakelijke herstellingswerken zal moeten ondergaan.

Benieuwd wanneer zij de betonrot in eigen huis zullen gaan opmerken.

About Marcus Ampe

Retired dancer, choreographer, choreologist Founder of the Dance impresario office and archive: Danscontact-Dansarchief plus the Association for Bible scholars, the Lifestyle magazines "Stepping Toes" and "From Guestwriters" and creator of the site "Messiah for all". - Gepensioneerd danser, choreograaf, choreoloog. Stichter van Danscontact-Dansarchief plus van de Vereniging voor Bijbelvorsers, de Lifestyle magazines "Stepping Toes" en "From Guestwriters" en maker van de site "Messiah for all".
This entry was posted in Nieuws en politiek, Welzijn en Gezondheid, Wereld om ons heen and tagged , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , . Bookmark the permalink.

2 Responses to Betonrot in het huis van de democratie

  1. Rob Alberts says:

    Ooit bezocht Ik de landerijen van een tuinbouwschool in Vilvoorde.
    Vooral de fruitboomgaard zit nog steeds in mijn geheugen gegrift. Zo prachtig mooi.

    Mooie herinneringen komen boven.

    Ook de wijnkelder mochten wij bezoeken. En de wijn proeverij bezoeken.

    Nostalgische groet,

    Like

    • Marcus Ampe says:

      Dank voor het delen van die fijne ervaring.
      Ik hoop dat er ook lekkere wijnen konden geproefd worden.

      Bij de parlementariers zijn er enkelen die er voor gezorgd hebben dat ze wat meer en beters konden degusteren.

      Liked by 1 person

Feel free to react - Voel vrij om te reageren

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.